Ik ben de laatste die binnenkomt. Mijn broer en 3 zussen hebben zich al geïnstalleerd met koffie, thee, chocola en stroopwafels. Om mijn late aankomst een beetje te compenseren, zet ik een blik met zelfgemaakte boterkoek op tafel. Dat werkt goed. “Oh, Ireen, dit smaakt naar vroeger”.
Ik ben het helemaal met broer en zussen eens. Zelfgebakken boterkoek. Dat is op zondag na de kerk koffie drinken bij de familie D. En zelfgebakken boterkoek is ook: actie voeren om mijn werkvakanties naar Roemenië, Rome en Oekraïne deels te bekostigen. Jarenlang toverde ik in het voorjaar vele kilo’s roomboter, suiker en bloem om tot grote bakplaten boterkoek. De nu en dan helpende handen van broer en zussen sneden die platen in stukjes en verpakten ze in cellofaan-met-een-lintje. Klaar voor de verkoop aan klasgenoten, docenten en mensen uit de kerk.
Het is een jaar geleden dat we ons eerste brusjes-weekend hadden: wij met zijn vijven, zonder partners, zonder kinderen, zonder ouders. Het was een gouden ingeving van ik-weet-al-niet-meer-wie-van-de-vijf. Vorig jaar concludeerden we aan het einde van het weekend dat we een hipster-weekend hadden gehad. Het hele weekend hadden we -met de nodige zelfspot- tips uitgewisseld over verantwoorde baksels, healthy ontbijtjes en hippe drankjes. Nu, precies een jaar later, lijkt de boterkoek een ander thema aan te kondigen: de smaak van vroeger.
We doen dit jaar geen bijzonder hippe dingen. We eten ’s avonds gewoon thuis. Aan tafel roepen we om de beurt “jongens, er is ook sla!”. Want íemand moet de rol van moeder vervullen, als je zonder ouders op stap bent… Dit jaar geen wodka-cocktail als toetje, maar een lekkere beker yoghurt van de Appie. En om het gevoel van vroeger goed vast te houden, duik ik als eerste mijn bed in, terwijl de rest nog een paar uurtjes doorgaat.
Op zondag dit keer geen ontbijt met healthy havermout-pannenkoekjes, maar ouderwetse rol-croissants, broodjes hagelslag en een plakje ontbijtkoek. Wat is de smaak van vroeger lekker zoet. Alhoewel… Als de oudste drie heel toevallig alle drie hun mond vol hebben, kaarten de twee jongste gezinsleden aan dat vroeger niet altijd zo zoet was. Dat er vroeger én nu wel héél véél gepraat wordt door de oudste drie. Dat er nauwelijks tussen te komen is. Tja, sommige patronen van vroeger wil je vasthouden, andere dingen moet je misschien toch maar eens proberen te veranderen… We gaan er aan werken!
We sluiten ons brusjes-weekend af met een bezoek aan Scheveningen. Nostalgie ten top. Want in de haven van Scheveningen hebben we met de zeilboot vrijwel elk jaar een paar van onze vakantiedagen doorgebracht. We snuiven de welbekende vislucht op, halen herinneringen op aan verloren slippers op snikhete stranddagen en gaan op zoek naar het toiletgebouw in de jachthaven (dat natuurlijk al lang vervangen is door een moderner exemplaar).
We strijken neer bij een strandtent. Bestellen een ouderwetse Spa Rood. Of tóch maar een ‘hipster-GFT-sapje’. En we drinken op de toekomst! Want de smaak van vroeger is heerlijk, maar het hier en nu, dat smaakt pas écht naar meer!
De smaak van vroeger
250 gram roomboter
250 gram suiker
250 gram bloem
snufje zout
scheutje melk
- Smelt de boter in de magnetron of in een pannetje, tot ie een beetje zacht is. (niet noodzakelijk, maar wel lekker makkelijk en daar hou ik van)
- Mix met de kneedhaken suiker, bloem en zout door de boter.
- Doe het deeg in een boterkoek-blik (invetten is niet nodig :-)).
- Strijk glad met een lepel en bestrijk met een scheutje melk. Kerf evt. met de achterkant van een mes een ruitpatroon in de koek.
- Bak 25-30 minuten op 175 graden.
- Laat goed afkoelen, evt. zelfs in de koelkast, zodat de boterkoek lekker massief wordt.
Zorg dat je met voldoende mensen bent om de koek op te eten, of train je zelf in zelfbeheersing…