Wat is de overeenkomst tussen Danoontjes, schep-snoep, speelgoed-in-een-automaat-bij-de-kassa en het-bewegende-autootje-buiten-bij-de-drogist? De meeste ouders zullen het antwoord meteen weten. Het zijn stuk voor stuk items waar je kinderen hartstochtelijk naar kunnen verlangen. En hartgrondig om kunnen zeuren.
Als moeder-met-een-echte-pedagogische-achtergrond heb ik altijd een heel stellige overtuiging gehad: voor dat soort verlangens moet je nóóit zwichten. Want wie eenmaal toegeeft, heeft voortaan bij elk supermarktbezoek een jengelend kind dat wéér een Danoontje wil. Of een muntje voor de automaat. En dus is de enige tactiek: nee zeggen. En volhouden!
Oefening baart kunst: over het algemeen lukt het mij prima om nee te zeggen en ook vol te houden. Toch betekent dat niet, dat ik onverdeeld positief ben over deze nee-zeg-tactiek. Ergens diep van binnen knaagt er soms iets. Is altijd nee zeggen niet héél rigide? Met mijn nuchtere verstand kan ik wel beredeneren dat speelgoedjes uit de automaat na een halve dag óf kapot óf niet meer interessant zijn (als je überhaupt al het geluk hebt, dat er iets leuks uitkomt). Maar voor kinderen is zo’n automaat-met-draaiknop bijzonder aantrekkelijk. Moet ik mijn kinderen dat geweldige gevoel (of die grote teleurstelling..) hun hele leven onthouden?
Tijdens zo’n knagend pedagogisch evaluatie-momentje is mijn leuker-dan-nee-zeggen-tactiek ontstaan. De alles-op-zijn-tijd-tactiek. Want ook voor onzinnige, geld-verspillende activiteiten is er een tijd. En dus krijgen onze kinderen zodra het schooljaar is afgelopen een muntje voor de speelgoed-automaat-bij-de-kassa. En hebben we dit jaar voordat we op zomervakantie gingen, samen een hele beker vol schep-snoep geschept. Wat een rijkdom! Wekenlang hebben we bij het rond laten gaan van die beker weer teruggedacht aan dat heerlijke momentje in de drogist.
Door de-alles-op-zijn-tijd-tactiek heten Danoontjes bij ons inmiddels vakantie-toetjes. Want deze toetjes kopen we als het vakantie is! In het buitenland doen we dat omdat er geen literpakken verkrijgbaar zijn. Maar in vrijwel elke andere vakantie kopen we bij onze eigen supermarkt een traytje mini-toetjes. Gewoon omdat het kan. Omdat het leuk is om soms ja te zeggen. En omdat nee zeggen én nee horen in alle andere weken zo veel makkelijker wordt!
Vandaag beleven we opnieuw het plezier van de alles-op-zijn-tijd-tactiek. We staan in de hal van het zwembad. Vlak naast de wc-deur. Hier heeft Levi week in week uit met natte haren van de zwemles staan kijken naar de producten die er in zo’n grote zwarte automaat te koop zijn. Hij heeft zijn zinnen gezet op het mooiste product dat er te krijgen is: een blauw met groene duikbril! Elke week heeft hij de bril bekeken en heb ik de belofte herhaald: “Als jij je diploma hebt gehaald, krijg jij die duikbril!” Niet om hem zo te pushen goed zijn best te doen op zwemles. Maar omdat alles-op-zijn-tijd zoveel leuker is dan nee zeggen.
Vol spanning kijken we met elkaar hoe het tientje in de automaat verdwijnt. Levi mag de code intoetsen: eerst de 4, dan de 5. En dan. Dan gebeurt het magische. In die grote zwarte kast vol mooie dingen begint een schroef te draaien. De duikbril beweegt. En valt naar beneden. Hebbes!
Één reactie Voeg uw reactie toe