Ben ik de enige die onderin de wasmand altijd een stuk of 3 sokken tegenkomt, waarvan de partners zijn verdwenen? Een lichtgrijze, een donkergrijze en nog-een-donkergrijze-maar-dan-met-een-ander-boordje? We noemen ze hier in huis ‘eenzame sokken’. En in de loop van de tijd lijken het er steeds meer te worden.
Wie mij een beetje kent, weet dat ik geen ‘huisvrouw’ ben. Schoonmaken, poetsen en soppen zijn woorden die niet in mijn vocabulaire voorkomen. Maar de was, dat is nou het enige huishoudelijke klusje dat ik redelijk trouw doe en waar ik zelfs een klein beetje van kan genieten. Ik ben blij als de wasmachine begint te draaien. Ik hou van de frisse geur van wasmiddel in het trappenhuis. Ik geniet er van als ik stapeltjes opgevouwen kleren in de kast leg en er weer even genoeg sokken en onderbroeken op voorraad zijn. Dat geeft mij voldoening. (Ik kan het ook niet helpen.)
Maar dan die eenzame sokken. Die weten mijn plezier aardig te bederven. Het frustreert me dat de voorraad eenzame sokken onderin mijn wasmand inmiddels is gegroeid tot een stuk of 9. Allemaal zijn ze nét even anders dan alle andere sokken in de wasmand. Soms overweeg ik wel om twee look-a-likes stiekem samen in de kast te leggen. Misschien merken we het helemaal niet als we ze aantrekken?! Maar ik weet ook dat ze dan volgende week weer in mijn wasmand liggen. En dat ik ze opnieuw zal herkennen als eenzame sok. Geen blijvende oplossing dus.
Diep van binnen weet ik wel waar de kern van het probleem (en daarmee de sleutel tot de oplossing) ligt. Ik moet mijn huishoudelijke plicht wat grondiger vervullen. Ik moet zorgen dat óók dat onderste restje vuile was uit de wasmand weer eens in de wasmachine belandt. Hoeveel eenzame sokken zouden zich daar bevinden? Ik moet hoognodig onder het bed zuigen, waar minstens vier van de gezochte sokken zullen liggen. En ik moet onze kledingkast uitmesten. Misschien ben ik een keer afgeweken van mijn gewoonte om eenzame sokken in de wasmand te laten liggen. En ligt er gewoon al maanden een partnersok te wachten in de sokkenla. Al die verspilde maanden van eenzaamheid… En dat allemaal door mijn lakse houding in het huishouden.
De nesteldrang van de afgelopen weken heeft de juiste uitwerking gehad op mij. Ik heb de bodem van de vuile-was-mand bereikt! Ik heb onder het bed gezogen. (Nou ja, eigenlijk hebben de kinderen dat gedaan. Toen het bed eenmaal op klossen stond, konden ze er bijna lopend onderdoor). En ik heb onze kledingkast opgeruimd en alle, ja echt álle sokken bekeken. Lagen er niet toevallig twee verschillende sokken als setje achterin de la? Terwijl hun partners op hen lagen te wachten in de wasmand?
Het resultaat van al deze hormonale activiteit was nogal bedroevend. Ik denk dat ik drie eenzame sokken met hun partner heb kunnen verenigen. De overige zes zijn nog net zo single als vóór mijn huishoudelijke top-inspanning. Wat een verspilde moeite. Ik weet nu dat er nog maar één oplossing is. En met mijn sterke opruim-drang van deze weken is dat helemaal niet zo’n moeilijke.
Ik pak alle eenzame sokken uit de wasmand.
En gooi ze triomfantelijk in de vuilnisbak.
Weg met die frustratie.
Opgeruimd staat netjes.
Vol ontspanning pak ik vandaag de mand met schone was erbij. Wat zal het opvouwen van de was nú een voldoening geven. Na alle t-shirts, onderbroeken en leggings zijn de sokken aan de beurt. Fluitend combineer ik alle matchende sokken.
En hou drie eenzame sokken over.