Tijdens het inpakken van de kamp-koffer voor Levi valt hij zomaar uit de kast. De Knikker. Met een glimlach raap ik hem op van de grond.
De Knikker. Het is alweer ruim een jaar geleden dat ik hem kreeg. Ik was deelnemer aan een workshop. ‘Met je kinderen over God praten’. Of iets in die trant. Naast een heleboel mooie anekdotes en praktische tips, kregen we aan het eind van de workshop allemaal een knikker.
“Stop de knikker in een zak van je kind. Elke keer als hij de knikker tegenkomt, mag hij er aan denken: God is bij mij! De knikker zal gaan rondzwerven in broekzakken en jaszakken, maar op onverwachte momenten zal je kind hem weer tegenkomen. Het is met God net als met die knikker. Hij is steeds bij je kind. Ook als je kind het helemaal niet verwacht.”
De Knikker. Ik heb hem destijds meteen aan Levi gegeven. Die kon hem wel gebruiken op dat moment. En inderdaad. De Knikker is gaan zwerven. Ik was hem al een tijdje niet tegengekomen. Maar nu rolt hij uit de kast. Precies op het juiste moment. Enthousiast loop ik naar beneden.
‘Moet je kijken wat ik hier vind! De Knikker! Ik stop hem in je toilettas, ok? God zit in je voorvakje!’
Terwijl Levi op kamp is, geeft de Knikker mij onverwacht veel rust. Want ik heb zelf dan wel geen flauw idee hoe het met Levi gaat. Ik weet niet hoe hij zich voelt. Maar God is bij hem. Wat kan ik me beter wensen? Stiekem ben ik benieuwd of Levi zich óók nog bewust is geweest van de Knikker. Of eigenlijk… of hij zich bewust is geweest van de aanwezigheid van God.
En dan… is Levi alweer terug. Moe. Uitgeput van een hele hoop leuke dingen. Maar ook van een hele hoop spanning. Twee nachten op kamp is niet niks voor een zevenjarige. We zijn allebei blij dat hij nu weer gewoon thuis is. ’s Avonds voor het slapen gaan bid ik hardop met hem: “Here God, het waren spannende dagen. Wat vond ik het moeilijk dat ik als moeder niet met Levi mee kon op kamp. Maar wat boffen we dat Levi U als hemelse Vader heeft. Dat U gewoon stiekem bent meegegaan in zijn voorvakje… Dank U wel!”
Levi doet zijn ogen open en grinnikt. “Dat was niet stiekem hoor. Ze hebben de Knikker gewoon gezien.”