“Gaan jullie nu verhuizen?” In het afgelopen jaar is deze vraag heel wat keren aan mij gesteld. Blijkbaar ziet ons huis er niet uit alsof je het er met 3 kinderen lang kunt uithouden. Maar omdat ik daar anders over denk, antwoord ik steevast: “Nee hoor, dat is nergens voor nodig!”
Ons huis is anders dan anders. We hebben geen zolder. En we hebben ook niet echt veel bergruimte. Maar we hebben wel een heerlijk grote woonkamer. Zelfs als er midden in de kamer twee kinderfietsen en een kinderwagen staan -omdat de berging weer eens te vol is-, blijft er meer dan genoeg ruimte over om te spelen, te rennen en ál het speelgoed te laten slingeren. Echt een huis voor mij. En dus zie ik geen enkele reden om hier weg te gaan.
Behalve de bovenverdieping dan. De bovenverdieping is helaas wat kleiner dan de benedenverdieping. Ongeveer de helft. En dan nog een keer de helft. En in de ruimte die je dan nog overhoudt, bevinden zich de badkamer én drie slaapkamers. Allemaal even klein. Of nee… compact! Zo noem ik het liever. Compacte slaapkamers. Met precies genoeg ruimte voor een bed en een kast. Meer hebben we niet nodig, toch?
Met de komst van Juda moesten we wel weer even passen en meten. Want de eerste maanden wil ik hem dicht bij me hebben. En dus moet er -net als de vorige keren- een bedje bij in onze kamer. Het meest-compacte-bedje-dat-je-kunt-bedenken. Dat is net zo breed als ons nachtkastje.
Nachtkastje er uit. Bedje er in. Het lijkt zo simpel. Maar het bedje is natuurlijk wel langer dan het nachtkastje. Het blokkeert de hele rechterkant van onze kledingkast. De kant van Timon. We maken daarom allebei een strenge selectie van kleding-en-schoenen-die-we-in-het-eerste-half-jaar-na-de-geboorte-zullen-dragen en proppen die in de linkerhelft van de kast. Het deel dat wel bereikbaar is. Een beetje dan.
Er is namelijk nog één klein probleempje. Dat is het nachtlampje. Dat stond natuurlijk op het nachtkastje. En nu staat het in de kast. In het deel-van-de-kast-dat-geblokkeerd-wordt-door-het-bedje. Het deel dat we nu verder toch niet gebruiken. Best een functionele oplossing, behalve dan dat het snoertje uit de kast komt. Daardoor kan de schuifdeur nét niet helemaal naar rechts. Het snoertje met de schakelaar pikt de laatste centimeter in. En dat is nét de centimeter die we nodig hebben om de draadmanden in het deel-van-de-kast-dat-we-wel-gebruiken te openen. De draadmanden met onze schoenen.
Nu we meer dan een half jaar verder zijn, zijn praktisch alle schoenen uit de draadmanden gehaald (lampje uit de kast, deur écht naar rechts, mand open, schoenen er uit, mand dicht, deur een stukje naar links, lampje weer terug). En vervolgens zijn al die schoenen onder ons bed beland. Want op de één of andere manier heb ik nooit de motivatie om de schoenen weer terug te stoppen. Gek hé?
Maar nu is het dan zover. Juda slaapt al enkele weken bij Jaël op de kamer. Dat gaat best aardig. En dus is het grote moment aangebroken: onze slaapkamer wordt weer van ons tweeën! Het bedje gaat er uit. Het nachtkastje komt weer terug. De kleding van Timon kan terug naar rechts. Het lampje kan weer uit de kast. En… de draadmanden kunnen weer open.
Eindelijk!
Eindelijk liggen al onze schoenen weer in de kast (voor een dag of drie). Eindelijk heb ik écht geen excuus meer om niet onder ons bed te zuigen. En besluitik om ook maar meteen te dweilen. Dan hoef ik daar de komende drie jaar niet meer tegen aan te hikken.
In een mum van tijd is onze compacte slaapkamer én de rest van onze compacte bovenverdieping gezogen en gedweild. Het is er nog nooit zo net en schoon geweest. Héél even realiseer ik me dat dit het perfecte moment is om foto’s voor Funda te maken.
Maar… dat is dus nergens voor nodig!
Heel blij om te horen dat verhuizen nergens voor nodig is.
Groetjes de buren
LikeGeliked door 1 persoon