“Mam, ik heb honger!” Terwijl we bij school wegrijden richting muziekles, uit Levi zijn klacht bij mij. Hoewel ik in mijn goed-voorbereide-moeder-tas crackers met kaas, een bak aardbeienkwark en een rol biscuitjes heb zitten, weet ik dat ik eerst een andere vraag moet stellen. “Heb je je trommeltje wel leeggegeten?” Het antwoord verbaast me tegenwoordig niets meer. “Nee, er zit nog 1 broodje in. We hadden vandaag maar 8 minuten voor de lunch, want we moesten ook nog de klas klaarmaken voor de komst van groep 3-4”.
Na de herfstvakantie is op onze school een continu-rooster ingevoerd, met 5 gelijke schooldagen. Dat de vrije woensdagmiddag daarmee kwam te vervallen, was voor ons het grootste nadeel. Daar ging onze pannenkoeken-lunch-traditie! Inmiddels eten we echter pannenkoeken op donderdagavond en -we moeten het toegeven- dan smaken ze eigenlijk ook best lekker.
Wat we van tevoren géén probleem vonden aan het continu-rooster, was de verplichting voor alle kinderen om voortaan elke dag op school te lunchen. In de praktijk gebeurde dat eigenlijk toch al in de klassen van Levi en Jaël, waar veel kinderen wat verder moeten reizen naar school. Met de invoering van het continu-rooster kwam er zelfs een financieel voordeel om de hoek: we hoefden niet langer te betalen voor het overblijven!
Eén vraag had ik wel bij het nieuwe rooster: hoe is het mogelijk dat de kinderen voortaan wekelijks anderhalf uur minder naar school hoeven? Het minimum aantal onderwijsuren is toch niet veranderd? Het antwoord kon ik zelf bedenken na het lezen van een algemene toelichtende email van school, op de maandag na de herfstvakantie. De lunchtijd is voortaan onderwijstijd. Terwijl de kinderen hun broodje opeten, zorgt de juf voor educatief verantwoord vermaak.
Lunchen terwijl je aan het leren bent. Het gaat er bij mij niet in. En bij mijn kinderen ook niet, als ik hun nog half gevulde lunchtrommeltjes aan het einde van de schooldag mag geloven. Tien minuten krijgen ze om hun brood en drinken naar binnen te werken én iets te leren. Maar de belangrijkste les die ze mijns inziens in deze tien minuten leren is, dat eten niet belangrijk is en geen aandacht hoeft te krijgen. Dat je met een rammelende maag óók de schooldag wel door komt. Een dag die tenslotte toch niet meer zo lang duurt.
Met twee stakingsdagen én een studiedag in één week tijd, kregen de kinderen vorige week volop de kans om weer eens de tijd te nemen voor hun lunch. En dat was te merken! In plaats van een op-tien-minuten-gedoseerde lunch van 2,5 en 3 broodjes, at Jaël 4 en Levi 5 boterhammen. En een overgebleven pannenkoek van donderdagavond. “En doe ook nog maar 2 crackers, mam. En een beschuitje graag.”
De werkdruk in het onderwijs is hoog. Te hoog. Ik ben er van overtuigd dat dit voor meesters en juffen het geval is. Maar aan de werkdruk voor de kinderen begin ik met dit nieuwe rooster ook te twijfelen! Als Levi of Jaël vandaag of morgen wéér met een half gevulde lunchtrommel thuis komt, zit er maar één ding op: staken!