Buiten spelen

Terwijl ik zittend op de onderste traptrede mijn schoenen aantrek, komt Juda naar me toe. Hij bukt, houdt zijn gezicht op 3 centimeter afstand van het mijne en met zijn allergrootste stralende glimlach herhaalt hij wel drie keer: “neneu, neneu, neneu”. Ja lieve vent, we gaan naar de speeltuin!

Het is donderdag. Dag 4 van de sociale-corona-quarantaine. Waar ik maandag nog begon met voldoende frisse-lucht-activiteiten voor de kinderen, voelde ik de dagen er na steeds meer twijfels. Dinsdag had Jaël koorts. Natuurlijk moest ik haar die dag binnen houden. Maar woensdag was de koorts weer weg. Kon ik haar met een gerust hart een blokje om laten gaan? Op een heel rustig moment? Als er niemand anders buiten zou zijn? Of…?

Ook donderdag zijn we de hele dag binnen gebleven. Maar het doet ons geen van allen goed. Jaël en Juda lijken weer een heel eind hersteld. Ze hoesten nauwelijks meer. Zouden we niet heel even naar buiten kunnen? Het is half 7 ’s avonds. Doordat we geen muziekles hadden en Timon geen files had, zaten we om half 6 al aan tafel. Nu is het eten op. Vroeg naar bed gaan heeft weinig zin. Zo fysiek inspannend is het leven momenteel niet. Buiten schijnt de zon. Timon en ik kijken elkaar aan en we weten genoeg. We gaan naar buiten!

Ons voorstel wordt met luid gejuich begroet. In een mum van tijd heeft iedereen zijn jas en schoenen aan. En Juda blijft maar lachen en herhalen: neneu, neneu, neneu. We gaan naar de speeltuin! De kinderen rennen naar de speeltuin schuin tegenover ons huis, die gelukkig helemaal verlaten is. Het is lang geleden dat ik zo intens blij was met dit stadse speeltuintje. Ik moet bijna huilen als ik zie hoe blij ook onze kinderen zijn met dit plekje, waar we al jaren spelen. Levi roept lachend uit, wat Timon en ik allebei denken: “We lijken wel een stel koeien die weer voor het eerst de wei in mogen!”

Terwijl we spelen, genieten van de zon en de vrijheid, gaan mijn gedachten naar vrienden die met hun twee peuters in een appartement in Frankrijk wonen. Opnieuw schieten de tranen me in de ogen, als ik me voorstel hoe dat moet zijn, helemaal locked down in je eigen huis. Met jonge kinderen die niets liever doen dan buiten zijn. Rondrennen. En van het leven genieten.

Als onze kinderen ’s avonds in bed liggen, lees ik een interview met de baas van het RIVM. Het gaat over de vraag wat je nou wel en niet buitenshuis kunt doen. En wat blijkt? We hebben het precies goed gedaan: ga wel even naar buiten, maar op een moment dat het rustig is. Ik slaak een zucht van verlichting. En ik hoop, dat we deze kleine buitenmomentjes de komende weken kunnen behouden!

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s