“Deze tijd vraagt om creativiteit, zoeken naar nieuwe vormen en niet alleen denken in regels, beperkingen en wat niet kan. (…) Kinderen zien aan volwassenen om hen heen hoe ze omgaan met een crisis. Daarom willen wij onze kracht en expertise gebruiken om optimale kwaliteit en veiligheid in de kinderopvang te bieden.”
In een brief die ik van de voorschool van Juda krijg, vormen deze zinnen een veelbelovende opmars naar de concrete werkwijze die vanaf 11 mei gaat worden gehanteerd. Want vanaf die dag kunnen we onze kinderen met een gerust hart weer wegbrengen naar scholen en kindercentra. Vanaf die dag zijn ze weer veilig.
Wie denkt dat ik cynisch ben over de genomen landelijke besluiten, heeft het mis. Ik heb het volste vertrouwen in de onderzoeken die lijken aan te tonen dat kinderen nauwelijks bijdragen aan de verspreiding van Corona. Waar ik in de afgelopen weken regelmatig heb getwijfeld of ik de kinderen niet tóch thuis zou moeten houden rond de geboorte van ons vierde kindje, deed de formele berichtgeving rondom het heropenen van de scholen mij overstag gaan. Het kan. Dus dan gaan we er voor.
Tuurlijk, het geeft enorm veel praktische rompslomp. Want Levi, Jaël en Juda hebben alle drie andere (voor)schooldagen gekregen. In twee weken tijd heb ik maar twee ochtenden het rijk alleen. En slechts één dag hoeven we voor niemand op tijd de deur uit. Maar Levi en Jaël staan te springen om hun vrienden en vriendinnen weer te zien. En ook Juda heeft de eerste 3 weken op de voorschool zoveel plezier gehad, dat ik hem de herstart niet wil onthouden. Totdat ik de brief van de voorschool lees.
Als ik onze tweejarige Juda aanstaande maandag -na 8 weken afwezigheid- weer naar de voorschool breng, word ik geacht om plaats te nemen in een met tape aangegeven vak vóór het hek van het schoolpleintje. Ik krijg dan twee minuten de tijd om Juda over het hek (ongeveer 1,40m hoog) te tillen en -zo schat ik in- aan zijn armen op de grond te laten zakken. Vervolgens dien ik afstand te nemen van het hek, ‘zodat een medewerker uw kind kan ontvangen‘.
Er volgen nog heel veel zinnen in de brief, om aan te geven hoe vakkundig de medewerkers zijn in het troosten van kinderen. Alinea’s om te benadrukken hoe we alleen door mee te werken aan dit protocol met zijn allen kunnen bijdragen aan de veiligheid in deze bijzondere tijd. Maar ik haak af. Ik haak helemaal af.
“Kinderen zien aan volwassenen hoe ze omgaan met een crisis”. Is dat niet de zin waar deze brief mee opende? Wil ik mijn peuter meegeven dat je in tijden van crisis zomaar over het hek kunt worden gegooid? En dat, als je het misschien een beetje spannend vindt om na 8 weken voor het eerst weer naar de voorschool te gaan, mama juist afstand neemt, zodat je ontvangen kunt worden door een medewerker die je vakkundig troost? Dat mama binnen twee minuten uit het zicht verdwijnt, omdat de volgende ouder zijn kind moet kunnen droppen?
Oh ja, met deze werkwijze creëren we ongetwijfeld maximale veiligheid tegen Corona. Maar wat is er gebeurd met het belang van emotionele veiligheid?
Vol goede moed schrijf ik een brief terug aan de kantoormedewerker die voor elke locatie een protocol heeft opgesteld. Dit moet immers een vergissing zijn! Ik doe een alternatief voorstel voor een minder dierlijke manier van overdracht, die prima past bij de bewuste locatie. Maar ik vang bot. Mijn brief is ‘in goede orde ontvangen’. En mijn zorgen worden ‘begrepen‘. Maar ik dien ‘de richtlijnen op te volgen‘.
En nu heb ik nog vijf dagen. Vijf dagen om dat besluit te nemen. Gooi ik maandag mijn kind over het hek? Of is het overboord zetten van al mijn ideeën over de échte veiligheid van mijn kind het domste dat ik kan doen?
Onbegrijpelijk, deze manier van `afleveren’ van je kind. Ik zou ook afhaken. Emotioneel heel onveilig dit! Veel wijsheid gewenst!!
LikeGeliked door 1 persoon
Oh man….die zou ik ook heel ingewikkeld vinden.
Of eigenlijk niet.
Gedoe hé? Mijn neefje van net 4 gaat woensdag op soortgelijke manier z’n basisschool avontuur beginnen. Z’n ouders overwegen nu thuis onderwijs 😉
Succes met kiezen. Gebruik je hart!
LikeLike
En, wat heb je gedaan?
LikeGeliked door 1 persoon
Ik heb zo goed mogelijk uitgelegd dat ik niet mee naar binnen kon. Maar verder vooral de leuke dingen benoemd. Hij schudde van tevoren steeds ‘nee’ als ik bij het punt aan kwam dat ik niet mee naar binnen zou gaan. Ik heb besloten het ter plekke te gaan bekijken. Als hij te veel angst of tegenzin zou tonen, of als er groot drama van andere kinderen zou zijn, zou ik m weer meenemen. En wat bleek? De pedagogisch medewerkers hadden meer verstand en inzicht dan de kantoormedewerkers: het hek ging gewoon open en Juda is met een klein snikje en stukje aarzeling naar binnen gegaan. Opluchting!
LikeLike