Het voelt haast alsof het in een vorig leven was, dat de maandag zo’n drukke dag was in ons gezin…
Maandagmiddag. In ons vorige leven betekende dat: saxofoonles voor Levi. En circusles voor Jaël. Dat betekende: “Doorwerken!” “Pak je spullen!” “Kom op, we hadden al op de fiets moeten zitten!”
Maandagmiddag. In ons vorige leven betekende dat: Juda slaapdronken uit zijn bed plukken en meteen in de bakfiets zetten. Een cracker, een beker water en een boekje op schoot. Dat betekende: Abel ingepakt en jammerend in de maxi-cosi zetten: “Sorry ventje, straks mag je bij me drinken. Maar eerst hebben we haast.”
Ja vroeger… In ons vorige leven… Toen er nog geen tweede lockdown was. Toen zag de maandagmiddag er zo uit.
Van de ene op de andere dag kwam er rust in de tent. Circusles kwam stil te liggen. Saxofoonles ging online door. Juda kon in bed blijven liggen. En Abel hoefde niet ingepakt. Natuurlijk was er elke week gezanik met de webcam-die-het-weer-niet-deed. En werd Juda van het saxofoon-geluid alsnog wakker. Maar toch… De gestresste dynamiek van de maandag was in de afgelopen maanden behoorlijk verdwenen. In alle ellende van Corona, telde ik mijn zegeningen.
Nu is het weer maandag. En het is niet zomaar een maandag. Het is de maandag waarop Jaël voor het eerst weer naar circusles mag. De meester heeft besloten dat circusles óók gewoon buiten kan. Ik geef hem groot gelijk. Voor de zekerheid stuur ik nog even een appje naar de saxofoonmeester: “Klopt het dat de saxofoonles gewoon nog online is vandaag?” De meester reageert direct. Hij ziet maximaal één leerling per dag in zijn lesruimte. Voor vandaag is er nog geen leerling. Dus als Levi wil, is hij welkom!
We aarzelen geen moment. “Pak gauw je spullen!” “Doorwerken jongens!” “Kom op, we hadden al op de fiets moeten zitten!” Juda wordt haastig in de bakfiets gezet. Abel in de maxi-cosi er tegenover. De saxofoon vult de overgebleven ruimte in de bak. En daar gaan we.
Terwijl we de straat uitfietsen (en het ook nog begint te regenen), kijk ik naar Levi en Jaël. Ik zie de blijdschap op hun gezichten. Hoor het enthousiasme in hun stemmen. Merk hoe hard ze fietsen. En ik kan maar één ding doen: ik tel mijn zegeningen!