Ik sta met Levi en Juda in de rij voor de teststraat. En dat is niet voor het eerst. Of nou ja, het is niet voor het eerst dat we bij de teststraat zijn. Het is wél voor het eerst dat we híer in de rij staan. Buiten. Op heel-veel-anderhalve-meters-afstand van de ingang. Met een lange rij mensen vóór ons.
Wageningen heeft sinds kort een fantastisch moderne optie: testen zonder afspraak. Je kunt gewoon komen, je ID laten zien en je laten testen. Anderhalve week geleden was ik daar nog superblij mee. Toen ik op internet een afspraak wilde maken voor Levi en Jaël, kon ik alleen een afspraak maken in Lutjebroek of Maastricht. Maar toen we bij onze eigen teststraat aankwamen, konden we zó doorlopen.
Nu is dat wel anders. Ik tel 20 mensen vóór ons. En binnen zal er ook nog wel een rij staan. Toen we hier aankwamen, was het 11.40u. Ruim op tijd voor de lunchpauze van de GGD, dacht ik. Maar de klok tikt rustig verder, en de rij lijkt maar niet korter te worden. Af en toe komt er een beveiligingsmedewerker naar buiten om te vragen of er nog mensen zijn mét een afspraak. Die mogen meteen doorlopen. Zucht.
Om 12.05u komt de beveiligingsmedewerker wéér naar buiten. Hij spreekt de mensen aan, die pal voor de deur staan te wachten. Ze moeten een stapje naar achteren doen. De deur gaat dicht. Alleen de mensen die al binnen zijn, worden nog getest, zodat de medewerkers om 12.15u hun pauze kunnen houden. Een golf van verontwaardiging gaat door de rij. Hij bereikt ook mij.
Boos loop ik met de kinderen naar de fiets. Ik mopper over afgenomen testbereidheid. Ik klaag over het belachelijk ouderwetse systeem van de GGD. Ik vraag me hardop af waarom die medewerkers niet om de beurt kunnen lunchen. En ik vraag me in stilte af, waarom ze überhaupt 3 kwartier pauze nodig hebben. Iets met ARBO-regels zeker.
Zuchtend fietsen we naar huis. Ik doe mijn beklag bij Timon, zet de kinderen met hem aan tafel om te lunchen en pak mijn telefoon omdat ik heel dringend met iemand moet overleggen. En dat gaat niet met kinderen om mij heen. Het telefoontje duurt langer dan gedacht. Ik moet haastig ophangen, om er voor te zorgen dat we om 12.55u weer bij de GGD zijn, in de hoop dat we dit keer vooraan in de rij staan. Timon heeft gelukkig een broodje voor me gesmeerd, dat ik kan meenemen naar de teststraat.
Ons plekje is dit keer beter. Er zijn maar 3 wachtenden-zonder-afspraak vóór ons. Snel eet ik mijn broodjes op. Zodra de deuren opengaan, zie ik een heel Efteling-achtig-wachtrij-systeem in de gang. Wij mogen gelukkig nog de korte route nemen. Direct na ons stroomt de wachtrij-lus vol. Ik snap nu iets beter waarom net alleen de mensen die binnen stonden, nog konden worden getest.
Eenmaal thuis is het 13.35u. Ik ben moe. Ik realiseer me dat ik sinds vanmorgen 6.30u non stop bezig ben geweest. En dat mijn ‘werkdag’ nog tot 20u vanavond doorgaat. Waarom neem ík eigenlijk nooit pauze? Omdat er geen ARBO-wet voor thuisblijfmoeders is?
Snel parkeer ik Juda op de bank met een luisterboek. Door de babyfoon hoor ik Abel al wakker worden. Maar dat negeer ik vakkundig. Mijn mentale deur gaat even dicht. Al is het maar vijf minuutjes.
Ik neem pauze.