Met een slapend kind in de buggy loop ik door de gangen. Op zoek naar een rustig plekje. Bij elke deur die ik open doe, wordt mijn gevoel verder versterkt: het is hier één groot gekkenhuis!
Wie denkt dat ik dit weekend in een binnenspeeltuin of kindermuseum was, heeft het mis. Ik was in het klooster. Het klooster? Ja, het klooster!
We zijn hier de afgelopen jaren al meerdere keren geweest. Het begon met een stilteretraite van Timon. Daarna volgde er één voor mij. Wat een fantastische plek om alles even achter je te laten. Om je te richten op God. Rust en vrede te ontvangen. Een verademing!
Dit klooster is een plek waar ik God beter heb leren kennen. Waar ik ben gaan inzien dat ik véél te veel vast zit aan hokjes en vakjes, waarin ik mensen orden en oordeel. Bewust of onbewust heb ik mijn mening klaar over rooms-katholieken, gereformeerden en evangelischen. Over mensen die niet meer naar de kerk gaan, of juist geen enkele reden goed genoeg vinden om de kerkdienst een keer over te slaan. Over orgelmuziek, kruisjes slaan en zingen met de handen in de lucht.
Dit klooster is de plek waar ik God beter heb leren kennen. Waar ik ben gaan inzien dat in al die hokjes en vakjes van mij, mensen zitten die God óók hebben leren kennen. Ieder op een andere manier. Niet beter of slechter. Minder of meer. Ze hebben God leren kennen. En ik kan iets van deze mensen leren: God is een veelzijdige, veelkleurige God.
In het afgelopen jaar zijn we meerdere keren met het hele gezin naar het klooster gegaan. Niet om stil te worden, want dat is wel erg veel gevraagd van kinderen. We waren er, om ons met ons tweeën te verdiepen in onze relatie. In de tussentijd was er voor de kinderen zó’n goed programma dat niet alleen wíj, maar ook zíj graag steeds opnieuw terug wilden naar deze plek. Het is alsof we allemaal door hebben, dat dit de plek is waar je moet zijn, om meer van God te ontdekken.
Vandaag zijn we er daarom wéér. Het is Pinksteren. De verjaardag van de kerk. En die wordt goed gevierd. Voor een man of 100 is er na de kerkdienst een lunchbuffet, dat de gangen van het klooster vult. Doordat iedereen wat heeft meegenomen, is het buffet haast net zo veelzijdig en veelkleurig als God. We eten, praten en genieten van de diversiteit. Net als Abel in de buggy in slaap is gevallen, barst de feestvreugde pas écht los. Een spelteam komt in verkleedkleren aanlopen en geeft het startsein voor een groot intergenerationeel, internationaal spellenparcours.
Terwijl ik met Abel in de buggy door de gangen loop, wordt overal om mij heen door jong en oud gerend, geschilderd, gebouwd, gejuicht en gegild. Ik kan een brede glimlach niet onderdrukken. Die God van ons is nog veelkleuriger dan ik al dacht!
Net als ik mijn zoektocht naar rust wil opgegeven, komt één van de zusters van het klooster op me af. Ze opent een kamertje voor me, waar ik samen met Abel kan gaan zitten. Rust! En stilte… Het is helemaal niet erg om op deze feestdag óók die kant van God nog even te mogen ervaren…