Regelmatig blog ik over mijn afkeer van huishoudelijke taken. Maar wie denkt dat ik helemaal niks doe in huis, die heeft het mis. Zelfs in huize Sies zijn er een aantal huishoudelijke routines. Of nou ja, één routine om precies te zijn. Op maandag, woensdag en vrijdag doe ik twee wassen. Altijd. Elke week.
Het liefst vul ik de avond van tevoren vast de machine. Dan kan hij aan zodra ik wakker word. Is ie klaar als ik terug kom van school. En kan de tweede was draaien terwijl ik met Abel de was ophang. Ik heb precies genoeg ruimte om twee wassen tegelijk te laten drogen. En als twee dagen later de volgende lading was aan de beurt is, is alles zeker weten droog.
Heel soms zijn er dagen dat ik niet genoeg was heb om de tweede keer een machine te vullen. Dat betekent dat ik een bezoekje moet brengen aan de kamer van Levi of Jaël. Daar ligt altijd genoeg op de grond om de wasmachine alsnog te vullen. En als zelfs dat niet lukt, is het écht een feestelijke dag. Want dan is er ruimte in mijn was-routine om de bedden te verschonen (wat dus niet zo vaak gebeurt…).
Net toen ik gisteravond de wasmachine vulde, bedacht ik me dat een routine toch ook wel prettig is. Je weet wat je te doen staat. En je weet dat het genoeg is om het leven draaiend te houden. Dat had ik vast beter niet kunnen denken. Want terwijl ik de kinderen klaar maak voor school krijg ik een appje van boven. Timon hoort vanuit zijn werkkamer de wasmachine piepen: een foutmelding.
Nu is het echt niet de eerste keer dat de wasmachine niet wil centrifugeren. Ik heb inmiddels een aardige routine ontwikkeld bij dat probleem. Emmer pakken. Wasmachine leeg laten lopen. Filter er uit. Muntje van de winkelwagen uit het filter halen (of een knoop, of…). Filter weer in de machine. Klepje dicht. En centrifugeren maar.
Zodra ik met Abel terug kom van school weet ik dus wat mij te doen staat. Emmer pakken. Wasmachine leeg laten lopen. Filter er uit…. Geen muntje. Geen knoop. Helemaal niks. Het filter is brandschoon. Ik zucht. Want de handeling die nu nodig is, is al een heel aantal jaren niet uitgevoerd. De wasmachine moet uit elkaar. De vorige keer heeft Timon dat gedaan. Maar die is nu aan het werk. Na een korte aarzeling wint mijn feminisme het van mijn luiheid: wat Timon kan, kan ik ook, toch?
Ik sjor de wasmachine uit de kast, haal er gereedschap bij en schroef stapje voor stapje de machine uit elkaar. Ik leg alle schroefjes op volgorde, maak aantekeningen van wat ik doe, zodat ik straks in tegenovergestelde richting alles weer terug kan zetten. Als de machine helemaal uit elkaar is en ik bij de pomp ben aangekomen, begin ik toch te twijfelen. Kan ik dit echt? Ik wacht totdat Timon lunchpauze heeft. En in die lunchpauze halen we samen de pomp uit elkaar. Nou ja, Timon haalt de pomp uit elkaar, terwijl ik als beste stuurman aan wal sta en aanwijzingen geef. Dat is óók een routine in ons leven.
Net als we denken dat het probleem ook híer niet te vinden is, zien we het liggen. Een minescuul klein LEGO-onderdeel. Handboeien van de politie. Eén van de favoriete speelgoedjes van Juda. Ze blokkeren nét het radertje van de pomp. Zuchtend van irritatie én opluchting halen we het stukje eruit en schroeven we de pomp en de machine weer in elkaar. Wat is het irritant dat zo’n klein ding je zoveel tijd kan kosten. En wat is het fijn dat de wasmachine het weer doet.
Terwijl ik de wasmachine voor de tweede keer vandaag vul, denk ik terug aan wat ik gisteren dacht. Routines maken het leven prettig. Je weet wat je te doen staat. En dat het genoeg is om het leven draaiend te houden. Misschien wordt het tijd voor een nieuwe routine: broeken van Juda controleren voordat ik ze in de was gooi! Dat houdt het leven draaiend. Net als de wasmachine…