Makelaar

Sinds we de stap hebben gezet om een ander huis te kopen, zijn Timon en ik haast non-stop bezig met huis-gerelateerde zaken. Zelfs als we even niets aan het regelen zijn, zijn we bezig om de kinderen uit te leggen wat er allemaal gaande is en hoe het kopen en verkopen van een huis in zijn werk gaat. En dat snappen ze heel goed. Tot op zekere hoogte dan…

Al een aantal weken ben ik keihard aan het opruimen en opeens overdreven zuinig op het huis. ‘Niet tegen de deur slaan! ‘Voorzichtig met de auto’s op de vloer’ en ‘Ruim je troep op!’ Ik leg de kinderen uit dat het huis binnenkort op de foto wordt gezet. En dat er daarna bezichtigingen komen. Juda denkt nu dat alles wat ik doe, te maken heeft met het huis dat op de foto moet. Zelfs als ik hem vraag om de deur dicht te doen, draait hij met zijn ogen. ‘Oh ja, dat moet natuurlijk voor de foto’s!’

In deze weken krijg ik ook bijna dagelijks telefoontjes van onze hypotheekadviseur en makelaar. Waarom moeten die mannen alles telefonisch afstemmen? En waarom bellen ze niet als mijn kinderen in bed liggen? ‘Was dat voor de hypotheek?’ wordt er steevast gevraagd als ik met mijn telefoon terugkom uit de hal, waar ik gepoogd heb een fatsoenlijk gesprek te voeren zonder jengelende kinderen aan mijn been. Samen met Levi en Jaël kan ik er wel om lachen dat de twee bellende mannen Mark en Alexander heten (waarbij we ‘Alexander’ met een licht Argentijns accent uitspreken). Ik voel me haast een belangrijke politicus, als ik zeg: ‘Nee, dit keer was het niet Mark, maar Alexander die me belde.’

Ook Abel probeer ik op zijn eigen niveau mee te nemen in de hele toestand. ‘Wij gaan in de zomer in een nieuw huis wonen en andere mensen mogen dan in dit huis wonen.’ Abel reageert bezorgd: ‘Maar mijn bedje moet wel mee!’ Ik geef hem een aai over zijn bol. ‘Natuurlijk gaat jouw bedje mee’. (Al zou de verhuizing eigenlijk wel een logisch moment zijn om je ledikantje in te ruilen voor een peuterbed, maar dat zien we dan wel weer.) Als ik een paar dagen na dit gesprekje samen met Timon de woonkamer verbouw voor de verjaardag van Juda, zucht ik: ‘Tsjonge, we weten ons huis in vijf minuten weer te ont-funda-en!’ Abel kijkt me verbaasd aan: ‘Wat is dat mama?’ Ik lach. ‘Niks vent.’ Even blijft het stil. En dan laat Abel merken dat hij echt wel snapt waar we het allemaal over hebben. ‘Maar mijn bedje moet wel mee!’

Net na de verjaardag van Juda ontvluchten we het huis een paar dagen voor de bezichtigingen. Best handig, zo’n voorjaarsvakantie. Juda schrikt als hij hoort dat zijn nieuwe Lego thuisblijft. ‘Maar straks nemen de mensen die in het huis komen kijken mijn Lego mee!’ Ik leg uit dat dat écht niet gebeurt. ‘De makelaar is er bij en die zorgt voor ons huis en de spullen.’ Even later komt Juda weer naar me toe. ‘Mam, hoe heet die meneer ook al weer die er voor zorgt dat de mensen mijn Lego niet meenemen?’

Misschien moet ik toch nog een keer naar de hal lopen om de makelaar telefonisch uit te leggen wat onze primaire verwachting van hem is tijdens de bezichtigingen…

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s