De trap is in huize Sies een druk bezochte plek. Zelf zou ik m veel vaker moeten bezoeken om de steeds weer terugkerende stofvlokken en haren weg te zuigen. Maar zelfs zónder mijn niet-uitgevoerde bezoekjes is onze trap een echte ‘trekpleister’. De bezoeker die het vaakst terugkeert naar de trap is -je raadt het misschien wel- mijn 6-jarige zoon, Levi. De top 2 van redenen voor zo’n trapbezoekje ziet er als volgt uit:
- Slaan of schoppen van zijn 4-jarige zus Jaël (gewoon, omdat het kan!)
- Ongepast taalgebruik tegen zijn moeder (“houd je kop” en “kop dicht” zijn momenteel favoriete stopwoordjes).
Gemiddeld genomen verloopt dat trapbezoek best soepel. Ik heb inmiddels geleerd om rustig te blijven, wat sterk bijdraagt aan de kans dat Levi rustig naar de gang verdwijnt. Ok, soms verlies ik toch mijn geduld, maar meestal… En hoewel allerlei officiële opvoedmethoden de regel hanteren dat je je leeftijd in minuten op de trap of gang moet zitten, heb ik besloten dat ik daar als afgestudeerd pedagoog best een uitzondering op mag maken. Levi zit dus meestal 1 of 2 minuten op de trap, wat hij heel acceptabel vindt. Soms hoeft hij alleen maar te blijven zitten “tot je weer weet hoe je je moet gedragen”, maar soms ook “tot ik bij je kom”. Die laatste is de ergste categorie. Dan heb ik echt tijd nodig om weer rustig te worden, om te bedenken hoe we daarna verder gaan. Bovendien volgt er in de gang dan ook nog een preek van mij (wat pedagogisch niet verantwoord schijnt te zijn).
Ik geef toe, het is geen heel transparant systeem, niet iets voor in een opvoedboek, maar nogmaals: meestal werkt het best heel aardig. En toch… soms knaagt het… Zoals gisteravond, toen we uit de kinderbijbel het verhaal van Zacheüs lazen. Zacheüs is een man die door iedereen wordt gehaat om zijn gedrag. Als hij een kind was geweest, had hij vast voortdurend op de trap gezeten. Hij klimt in een boom om Jezus van een afstandje te kunnen bekijken. Maar Jezus komt dichtbij, roept hem uit de boom en wil bij hem zijn. Na het lezen van het verhaal bad mijn man met de kinderen “dank u wel dat U altijd bij ons wil horen. Als we dingen doen die niet goed zijn, stuurt U ons niet weg, maar wilt U juist bij ons zijn”.
Au… Genade… Dat is wat Jezus laat zien. Wat je ook doet, je hoort bij Mij.
En ik? Hoe vaak laat ik niet merken aan Levi: “met dit gedrag kun jij de boom in!” “als je dit doet, hoef ik jou niet in de kamer te hebben”. Het zet me aan het denken. Welke boodschap geef ik mijn kinderen -onbedoeld- mee? Hoeveel plek is er in mijn opvoeding voor genade? Wat je ook doet, je mag er bij horen! Kan ik mijn kinderen leren wat ‘goed gedrag’ is en tegelijkertijd wat ‘genade’ is?
Het antwoord heb ik nog niet… Wel vond ik een boek: Grace based parenting, van Tim Kimmel dat over dit thema gaat. Een beetje vakliteratuur doet de beste thuisblijfmoeder nog geen kwaad, dus dat boek heb ik besteld! Hopelijk valt er dan over een paar weken meer zinnigs te bloggen! Tot die tijd zal ik mezelf nog eens observeren: op welke momenten ben ik genadeloos, op welke momenten laat ik misschien toch wel zien wat genade is? En tijdens die observatie zal ik in elk geval vast oefenen om met genade naar mezelf te kijken. Want… wat ik ook doe, ik mag bij God horen!
Leuk Ireen, dat boek wil ik ook wel lezen als je het uit hebt (en enthousiast bent…)
LikeLike