Boekje

Ik heb vandaag een extra afspraak op het consultatiebureau voor Abel. Hij groeit namelijk niet volgens het boekje. Zijn lengte volgt netjes het lijntje ‘+1’. Maar zijn gewicht zit elke keer een lijntje lager. En dus moet ik vandaag terugkomen.

Het consultatiebureau is nooit mijn beste plek. Je kunt me honderd keer vertellen dat deze mensen het beste voor hebben met mij en mijn kind. Dat het echt niet meer zo bemoeierig is als vroeger. En dat is het ook niet. Toch voel ik me altijd bekeken. Gekeurd. En dan doe ik rare dingen.

Ik zeg bijvoorbeeld altijd ‘ja’ op de vragen die me worden gesteld. ‘Snapt hij al wat je zegt? Bijvoorbeeld als je zegt, ‘waar is papa’, zonder te wijzen, kijkt hij dan naar papa?’ Ik hoef over dat soort dingen nooit lang na te denken. Ja. Ik zeg altijd ja. En ik maak een mental note dat ik het thuis eens zal gaan proberen. Ik heb namelijk geen idee of mijn kind dat kan. ‘Kan je kind al een speelgoedje vastpakken?’ ‘Maakt hij al zinnetjes van 2 woorden?’ ‘Eet hij al met de pot mee?’ Ja. Ik zeg altijd ja. Want ‘ik heb eigenlijk geen idee’ klinkt zo allerbelabberdst slecht.

Toen ik Abel vanmorgen aankleedde, zag ik een bult op zijn hoofd. Help. Daar zou ik natuurlijk een verklaring voor moeten kunnen geven. Maar wist ik überhaupt hoe hij aan die bult kwam? Meteen schoot het voorval me te binnen. Gisteren zat hij in de tummietub, in de douchecabine. En hij kukelde met tummietub en al om. Ik stond er wel naast, daar niet van. Maar toch had ik het vermoeden dat ik niet heel zorgzaam zou klinken, als ik dit verhaal moest opbiechten.

Nu ik Abel op het consultatiebureau uitkleed, realiseer ik me dat ik vanmorgen iets anders had moeten doen dan nadenken over het bult-verhaal. Ik had hem een fatsoenlijke romper moeten aantrekken. Hij heeft een romper aan die nog van Levi is geweest. En daarna van Jaël. En van Juda. De drukknoopjes hangen nog met een paar draadjes aan de rest van de romper. Rijp voor de afvalbak. Maar als je vier kinderen hebt, voelt het zó onzinnig om voor één winter nog een nieuwe romper met lange mouwen te kopen. Ik mompel deze verklaring naar de assistente en kijk of ze al een aantekening maakt. Of zou zij ook aan mental notes doen?

En dan is daar de weegschaal. Abel is maar 200 gram aangekomen in 2 maanden tijd. Hij is wéér naar een lager lijntje gezakt. Eenmaal binnen bij de arts vraagt ze me de oren van het hoofd. Het liefst zou ik overal ja op zeggen, maar ik moet toch ook eerlijk bekennen dat we eigenlijk altijd magere yoghurt eten in plaats van volle yoghurt. En dat Abel nooit kaas eet, gewoon omdat hij dat niet lust. Net voordat ik de spreekkamer wil verlaten, wil de arts nog even onder de romper kijken. Met een rood hoofd maak ik weer die armetierige knoopjes open. Wat zou ze zeggen? Haar eindconclusie is even verbazingwekkend als fantastisch: ‘Ik weet niet hoe het komt dat hij niet harder aankomt, maar volgens mij is er helemaal niks om ons zorgen over te maken.’

Ik heb maar snel ja gezegd!

Plaats een reactie