Het is bijna 3 jaar geleden dat ik haar hoorde praten. Een Engelse, vriendelijke, doodgewone jonge vrouw, die zeer aanstekelijk vertelde over haar pogingen om afvalloos te leven. Ik weet nog hoe ik me installeerde voor haar workshop, er een pakje sultana bij pakte en het meteen met een rode blos onder tafel wegmoffelde. Dat kon hier natuurlijk niet!
Maar meer nog herinner ik me het enthousiasme waarmee ik uit de workshop kwam: ‘Ik ga de afvalproductie van ons gezin echt drastisch verminderen!’ Naast een hele hoop kleine-goede-voornemens (voortaan zelf koekjes bakken en zo) had ik één groot-goed-voornemen: ik zou de eeuwige doos met tissues uit ons gezin bannen!
Het is onvoorstelbaar waar tissues in ons gezin allemaal voor gebruikt worden. Voor snotneuzen, loopneuzen en bloedneuzen natuurlijk. Voor vieze handen, vieze monden en vieze kleding. Voor tranen. Voor het weghalen van spinnen. Maar zelfs voor een omgevallen glas water grijp ik vaak als eerste naar de tissues, om na 3 tissues te concluderen dat ik in dit geval beter een handdoek kan pakken.
Ik heb kort na die workshop een prachtig (al weer Engels) filmpje gezien van een (al weer doodgewone) vrouw die wasbare keukenrol maakte en ik wist het meteen: dit ga ik ook doen! Vol enthousiasme bestelde ik meters stof en garen. Want met 10 wasbare keukenrol-velletjes kom je er niet in huize Sies. Toen ik me achter mijn naaimachine installeerde, bleek dat ding opeens kuren te hebben. Een nieuwe naaimachine kopen is natuurlijk totaal niet duurzaam, dus stelde ik mijn project uit…
Inmiddels zijn we een kind, een corona-crisis, een verhuizing en vooral ontelbare dozen tissues verder en ligt die lap stof nog steeds op zolder op me te wachten. Het jeukt. Natuurlijk heb ik in de tussentijd mijn leven op sommige fronten wel verbeterd. Ik heb een menstruatie-cup, maak mijn eigen vloeibare zeep, gebruik een shampoobar, koop steeds meer tweedehands kleding en zo zijn er vast nog meer wapenfeiten te vermelden. Maar die tissues blijven er door heen vliegen.
Met de zindelijkheid van Abel is mijn berg wasgoed geslonken (want ik gebruikte -zó afvalloos- wasbare luiers 🙂 ). Het leek me het perfecte moment om eindelijk wasbare keukenrol te gaan gebruiken. En net voordat ik mijn naaimachine met een zucht weer tevoorschijn haalde, zag ik de oplossing kant-en-klaar voor me liggen: een hele lading spuugdoekjes die ik in de loop der jaren ongewild had verzameld en waar ik dringend van af wilde. Was dit niet bijna-precies wat ik nodig had?
Snel ben ik naar de dichtstbijzijnde drogist gereden. Ik heb daar zo’n plastic verfbol-voor-in-je-wasmachine gekocht en heb alle spuugdoekjes zwart geverfd (zodat je het niet ziet als de rode pastavlekken er niet helemaal uit zijn gegaan!). Terwijl ik de lege verfbol in mijn prullenbak gooide en de zwarte chemicaliën in het riool liepen, keek ik naar het wit-rieten mandje waarin de spuugdoekjes altijd hadden gezeten. Niet echt hip. Ik stapte opnieuw op mijn fiets, reed naar de Action en kocht een mooi, nieuw, in China of Bangladesh geproduceerd houten kistje voor mijn wasbare doekjes.
En daar staan ze nu op tafel, milieubewust te shinen. Mijn wasbare tissues. Ik heb er bergen afval voor geproduceerd, maar die hoop ik in de komende jaren volledig te compenseren. Nu alleen nog even bedenken wat ik ga doen met die meters stof op zolder…
P.S. Als je nu met een schuldgevoel zit, omdat je nog ‘gewoon’ papieren tissues gebruikt, weet dan dit: in mijn volgende blog hoop ik dat schuldgevoel weer van je af te nemen 😉